De Feestmachines van Professor Wolfsdak

Alles wat leuk is mag niet meer. “Professor J.K. Wolfsdak, u bent per supersnelrecht verplicht u afzijdig te houden van iedere vorm van feest, partij, verjaardag, of andere locatie waarbij alcoholische versnaperingen geschonken worden. Daarbij is het u verboden meer dan 0.5 promille alcohol in uw bloed te hebben, op enig moment in uw verdere leven. Deze oplegging is onherroepelijk.” De snor van de professor wapperde heen en weer door zijn diepe zucht. Het was niet eerlijk. “Tijdens onderzoek is gebleken dat prof. W.” ging de brief verder. Daarna kwam een lange opsomming, die de rest van de pagina vulde. Het zijn niet de feestjes waar het misgaat. Over het algemeen is dat juist de veilige
locatie.
Pas bij thuiskomst gaat het fout. Tenminste, dat is de leidende theorie.
´Uw lichaam gaat anders om met verdovende middelen,´ klonken de woorden van de
arts nog door Wolfsdaks hoofd. ´Kent u de “Ballmer peak”?’
‘Dat is een hoax toch?’
‘In uw geval misschien niet.’
Sinds dat gesprek was de wereld iets logischer geworden voor Wolfsdak. En na de
uitspraak van de rechter, had hij voor het eerst sinds hij uit huis was gegaan weer
een regel waar hij zich aan moet houden. Het deed hem denken aan een ontmoeting
op een niet nader te noemen plek, met een “Spookbekende”. Iemand die hij ooit in
zijn leven ontmoet had, iemand die hem vaag bekend voorkwam, maar waarvan de
naam voor altijd in de vergetelheid van zijn hersenpan was verdwenen. Een bekend
gezicht zonder naam of associatie. Samengevat: ongemakkelijk.
Wolfsdak stond op uit zijn bruine, luie stoel en liep naar de globe in de hoek van de
studeerkamer. Met een zacht klikje kwam de bovenkant los van de onderkant. In de
lege holte stonden twaalf kleine glaasjes, drie in iedere windstreek. Het midden,
waar de flessen drank horen, deed denken aan een gemiddelde nederlandse
winkelstraat. De gebouwen herinneren nog aan de koopavonden, maar de winkeliers
zijn met de noorderzon vertrokken. Failliet, uitgekocht of uit de maatschappij
geduwd door de enorme opmars van het internet.
Met een tweede klikje, sloot Wolfsdak de globe weer. Hij had geen tijd meer om te
blijven zitten mokken. De situatie ging niet veranderen, daar gaat een levenslange
depressie niets aan veranderen.
Met stevige tred, liep de professor naar zijn laboratorium. Het was een flinke klus
geweest om al zijn apparatuur via de steile trap de kelder in te krijgen. Gelukkig was
hij toen nog jong geweest. Tegenwoordig viel het hem al niet mee om zelf het steile
trapje af te komen. Het was ook eigenlijk meer een ladder, dan een trap.
De lichten sprongen automatisch aan, toen een sensor de lichaamswarmte van de
professor opving. Ooit zat er een bewegingssensor bij de trap gemonteerd, maar die
had ook op de schaduwen van de bomen gereageerd.
Wolfsdak merkte pas dat hij de brief nog in zijn hand had, toen hij voor de stelling
met het label “Projecten” stond. Vlug liet hij zijn blik langs alle vreemde voorwerpen
gaan die in het rek lagen. Daarna keek hij de opsomming in de brief na.
‘Die idioten zijn de helft vergeten.’
Schuin achter de professor schoten twee rode lampjes aan, zodra de eerste
woorden zijn mond hadden verlaten.
Gepiep en gekraak van mechanische stress drong tot diep in het laboratorium door.
‘Goedenavond professor. Ik verstond u niet.’
‘Geeft niets, Ootwé, ik had het tegen mezelf.’
‘Er bevindt zich een onbeschreven stuk geheugen in mijn tapedrive,’ zei de robot,
tegen niemand in het bijzonder.
Wolfsdak trok één van de apparaten uit de stelling, en klemde het stevig tegen zich
aan. Stapje voor stapje schuifelde hij naar de grote werkbank. Hij kon het niet
voorkomen dat een diepe zucht aan hem ontsnapte bij het neerleggen.
‘Weet je wat dit is Ootwé?’
De robot reed met zijn rupsbandjes richting de tafel, en richtte zich volledig op,
zodat hij net boven de tafel uit kon kijken. Zijn kleine oogsensor bewoog driftig heen
en weer, terwijl hij het apparaat probeerde te herkennen.
‘Ik heb niet voldoende referentiemateriaal meneer.’
‘Goede analyse. Dit apparaat is uniek. Dat is niet zo speciaal. Er worden heel veel
unieke apparaten gemaakt. Het vreemde is dat de functie van dit apparaat ook
uniek is. Als ik maar wist wat het deed.’
Wolfsdak legde het apparaat weer terug in de stelling, en plofte neer op een
bureaustoel. Op het prikbord dat tegen de achterwand van het laboratorium was
geschroefd, hing een reeks witte kaartjes.
‘Wanneer komt mevrouw Wolfsdak eens langs? Ze is al 21 dagen niet binnen mijn
sensorbereik geweest.’
‘Je mag niet meer naar mevrouw Wolfsdak vragen Ootwé. Ze is er niet meer.’
De arme robot kende het concept overlijden niet, omdat in zijn wereld alles
gerepareerd kon worden. Na jarenlang experimenteren kon Wolfsdak de conclusie
trekken dat als je in een dronken bui het koffiezetapparaat ombouwt tot
uraniumverrijker, en je vrouw ‘s ochtends als eerste beneden komt omdat jij je roes
nog ligt uit te slapen, de kans is dat ze die ontmoeting niet overleefd heel groot is.
De inspiratie van dit verhaal:


[WP] A scientist is banned by law from attending any and all parties due to his tendency to
build fully -functioning doomsday devices while intoxicated. : r/WritingPrompts
Photo by Lucas Pezeta:
https://www.pexels.com/photo/unrecognizable-dj-in-creative-costume-performing-show-in-n
ightclub-5143280/

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *